Wanneer ben je jezelf? Als je alleen bent? Of heb je iemand anders nodig om compleet te zijn? En hoeveel van jezelf blijft intact als je jezelf aan een ander geeft? Dit zijn levensvragen die ik mezelf dagelijks stel.
Hoe ik het zie: ik bén mezelf. Onaangepast. Soms leen ik mezelf fysiek uit, soms mentaal. In zulke momenten ga je op in het nu. Druk op werk, want die deadline moet gehaald worden, dus je werkt over. Of tijdens een sportwedstrijd—het team rekent op je, dus je gaat over je eigen grenzen. Op die momenten leg je jezelf even buiten jezelf, je leent een deel van jezelf uit. Volg je me nog? Jij staat dan niet centraal, maar je vaardigheden, je prestaties. Niet wie je bént, maar wat je dóet.
Deze momenten zijn onvermijdelijk. Wil je in een samenleving functioneren, dan moet je soms een stukje van jezelf inleveren om erbij te horen. Maar buiten die momenten om kun je dicht bij jezelf blijven. Waar ik vooral naar op zoek ben, is verbinding—met mensen, dieren, de wereld om me heen. Een connectie in respect. Waarbij ik ik ben, en jij jij bent. Waar alles gewoon goed is.
Ik hoor vaak van cliënten: “Het is zo fijn, ik voel me hier helemaal niet veroordeeld. Ik kan hier gewoon mezelf zijn. Je probeert me niet te fixen.” En dat klopt. Ik ga ervan uit dat jij zelf verandert als je dat wilt. Ik kan dingen niet voor je oplossen, alleen tools aanreiken. De oplossing weet je vaak al, misschien niet bewust, maar hij is er.
Ik help je om in gesprek te gaan met je innerlijke stem. Om in je kracht te gaan staan. Vanuit daar kun je opnieuw verbinding aangaan. Hoe steviger je in jezelf staat, hoe meer je mensen aantrekt die ook zichzelf zijn. Vanuit die basis van respect en acceptatie kun je elkaar ontmoeten, zonder maskers. Want als jij weet wie je bent, je grenzen aangeeft en voelt dat je genoeg bent, dan kan niemand je echt beledigen.
Jouw echte zelf is genoeg. Je hoeft je niet altijd aan te passen of weg te geven. Dat bewaar je voor speciale gelegenheden.
Reactie schrijven